elize, San Ignacio, 15 februari 2009
Zegt de bekende zegswijze niet een mens reist om te leren. Aldus zit voor altijd gegrift in het geheugen: Zwemmen in magroves is niet positief voor de lijfreuk en geeft een kleffe mond met nasmaak van composthoop. (in Celestun, nabij de flamingolagune en Joost mag weten wat die beesten daar in het water droppen) Plonzen in de Caraibische zee daarentegen geeft uitzicht op parelwitte stranden overgoten met pittoreske zonsondergangen en versgebakken kreeften op de grill. Een aanrader dus.
Wij namem in casu de speedy boot naar Caye Caulker in Belize, de armeluisversie van Bounty island.
De rijke Gringo’s trekken naar Ambergris Caye. Fijn voor een dagje, er rijden geen auto’s maar wel massa’s golfkarretjes en het water is uitermate postkaartappelblauwzeegroen. Heel mooi allemaal.
Belize stad is iets minder pittoresk, er is nog werk aan de winkel en een paar gul uitgestreken potten verf zouden kunnen wonderen doen.
Verder is dit een heel vriendelijk en gezapig volkje met hoog rastamangehalte en heel laid back.De temperatuur is er ook niet naar om je over eender wat op te winden. De lokale bevolking houdt het hoofd koel en het BNP op peil met de hulp van brouwerij Belikin (het lokale brouwsel en een zeer verdienstelijk product, de enige andere fabriek van het land is een sinaasappelperserij).
We zijn vandaag met de kippenbus het binnenland ingereden tot San Ignacio.
Hier liggen nogal wat oude Mayasteden en ook een fijne hangbrug over de rivier die fungeert als schommel en duikplank voor de lokale loslopende jeugd.
Tot kort en dan waarschijnlijk vanuit Guatemala!