Nicaragua, Leon, 28 maart 2009
Na bijna een weekje in Copan besloten we wat te gaan puffen in Tela, een broeiend heet stadje aan de Caraibische kust waar we onderdak vonden bij een ouder koppel uit Parijs of all places, die een prachtig koloniaal guesthouse uitbaten. Lui als we zijn hebben we een tour geboekt per 4 maal 4 naar een Garifunadorpje dat Miami heet, en met de naam stopt ook alle gelijkenis met die andere plek die zo heet. Een piepklein dorpje vol strohutten op een smalle landengte tussen lagune en zee met een hoog bountygehalte. Vervolgens met een bootje over de lagune vol mangrove en massa’s vogels en een paar croco’s. Voorlopig nog wel want op de landengte hebben ze de helft van alle vegetatie al gekapt voor een luxeresort, de locale garifunagemeenschap gaf immers zijn rechten op het land op in ruil voor electriciteit en watervoorziening, binnenkort dus jetskiers in de lagune i.p.v. vogeltjes en de jaguarsporen die we zagen zullen er ook niet al te lang meer zijn.
Vervolgens zouden we naar het meer van Joyoa trekken, heel pittoresk volgens de reisgids met veel bergen en water en vooral een lokale Amerikaan die 6 soorten bier brouwt. De lokale kippenbus had die dag echter geen halte gepland bij het meer hetgeen we ongeveer een half uurtje te laat reeds doorhadden. Aldus beland in Comayagua, koloniaal, ook heet en ooit nog eens hoofdstad van heel Centraal Amerika geweest.
We boekten een ticketje naar Esteli in Nicaragua. Het Ticabuskantoor lag strategisch verscholen achter in de lokale babyshop. We baanden ons onvervaard een weg tussen de Hondurese tutters en de pampers en bemachtigen het begeerde ticket, met de verzekering dat we linea recta naar Esteli worden gevoerd. De volgende ochtend gooien we onze rugzakken in de bus en worden we vriendelijk geinformeerd dat de bus die dag geen halte maakt in Esteli maar wel in Leon. Gelukkig zijn we flexibele, tolerante en brave mensen.
We zitten dus in Leon, broeiend warm (herhaling), progressief en trots Leon. De stad werd door Somoza zowat in puin gebombardeerd uit wraak voor haar steun aan de Sandinisten. Vandaag hebben we een oude gevangenis van Somoza bezocht, toch wel aangrijpend en heel gruwelijk. Bovendien een emomoment van jewelste , heb hier gisteren een exemplaar van La Prensa (de gazet) in handen gekregen en diep in de vorige eeuw heb ik daar nog mijn thesis over geschreven. Het oude hart liep vol van ontroering. We hebben logement gevonden in de via via, een Belgische haven met sloten fris bier en voor de wanhopigen Belgische specialiteiten als stoemp en ballekens.
Morgen doen we een uitstapje naar Leon la vieja. Dat was de oorspronkelijke locatie van de stad tot de Mamatobo alles onder meters asse en lava bedolf. Met de heilige maagd stevig onder de arm is de hele bevolking toen op een holletje weggevlucht. Eeuwenlang waren ze de juiste ligging van de stad kwijt maar nu zijn ze duchtig bezig de hele boel op te graven. Hele kathedralen onder de lava, verdorie er is nog rechtvaardigheid.
En nu Veerle overtuigen om een pintje te gaan drinken, dehydratatie is immers levensgevaarlijk in dit klimaat.