28 december 2009
Helaas, onze kerstboom heeft het begeven, hij liet mistroostig al zijn naalden vallen en staat nu kaal en triest op ons terras te rouwen. De lampjes en ballen zijn terug in de doos beland tot volgend jaar, de 2kg resten everzwijn hebben we in de diepvries gestoken (misschien kan het nog dienen voor Kerst 2010) en de crumble hebben we meegegeven aan enkele hongerige zielen. Neen, geen kersstalletje meer in onze huiskamer, geen kaarsje meer te bespeuren. Alle sporen die doen herinneren aan een rijkelijk familie-kerstmaal, zijn zorgvuldig uitgewist. Nu liggen er kleren verspreid over de vloer, reisgidsen op de tafel, rugzakken klaar om geladen te worden, alle medicamenten nog eens nagekeken op vervaldatum, nog even vlug ons paspoort zoeken … Maw, we zijn er klaar voor. Of toch bijna. Want bij mij begint de vliegkoorts weer toe te slaan. De berichten van de afgelopen dagen over verijdelde aanslagen en onverwachte noodlandingen doen evenmin deugd aan het gemoed. Ik hou sterk in mijn achterhoofd: je hebt meer kans om het groot lot te winnen, dan te sneuvelen in een vliegtuigcrash. Ik heb voor alle zekerheid toch maar een lotje voor de superlotto van 31/12 gekocht. Een mens weet maar nooit.
(Bert loopt er wat snip bij, maar ik heb zo’n vermoeden dat die verkoudheid snel zal genezen, eens het eerste glaasje tequila genuttigd. )