Cuba is heel erg toeristisch geworden, dat vond V ook al, in de zin van hele Transtur busladingen die tegelijk worden gedropt op elke plek die het bekijken waard is. Tot in de grotten van Vinales is het aanschuiven om in een bootje naar de uitgang te dobberen. Maar mooi is het wel.
Trindad en zelfs Cienfuegos zien eruit als iets dat uit de pen van Vargas Llosa of zo is gevloeid en in Trinidad hadden we bovendien een zeer aangename casa particular in de woning van twee dokters , die nog konden koken ook (het traditionele Cubaanse menu bestaat helaas uit rijst met kurkdroog gebraden kip, dezelfde kip met rijst, dezelfde ingrediënten aangevuld met bonen of schoenzool van zwijn of rund met rijst (of idem + bonen) . Daar is mogelijk plaats voor enige verbetering. We gingen een paar keer naar Playa Ancon, hagelwit strand vol palmbomen en een heel lauwe Caribische Zee, perfect om luilekker in rond te dobberen. Z en L waren dezelfde mening toegedaan.
Verder is het wel duidelijk dat Fidel en co hun verdiensten hebben (onderwijs, rum en sigaren zijn super, zowat elke derde Cubaan is een dokter, de armoede lijkt op het eerste zicht minder extreem dan in de buurlanden die gezegend zijn met neoliberale politici en er is veel qqndqcht voor cultuur) maar de materiële uitwerking van het rode paradijs is helaas bedacht tijdens een nachtje op café met teveel rum. De gemiddelde supermarkt bestaat uit vier rekken, 1 met alcohol, 1 met frisdrank, 1 met pringels in alle soorten en 1 met een collectie jaren 70 plastic allerlei dat op de rommelmarkt thuis niet zou misstaan. Erger is dat de prijzen voor allerhande basisvoorzieningen de pan uitswingen en zelfs medicijnen zeer schaars zijn. Onze zoektocht naar een glycerine suppo voor Leon resulteerde in veel ‘no hay’ in de apotheek en zelfs in de internationale kliniek van Trinidad. Gelukkig voor het manneke had de moeder van de dokter er nog een paar verborgen in de kast toen Batista het land uitvluchtte.
Maar soms gebeurt er ook een wonder. Kwam het omdat we langs het graf van La Milagrosa kuierden op het kerhof Colon of omdat de Chango’s, Oshuns of andere vreemde kwieten van de Santeria er zich mee moeiden, in elk geval bracht de voorzienigheid ons onverwacht voor een nachtje terug naar Havana waar we midden in Vedado Sneeuwwitje terugvonden. Zita in de wolken want ze had al een ander popje gekregen en dat was dus dubbel winst.
Intussen zitten we in Sancti Spiritus in een koloniaal (hoe anders) hotel in het centrum. Morgen gaan we wat rondkuieren met oog voor mogelijke speeltuinen voor Z en L en daarna gaan we naar Remedios, ook met veel straatjes vol kinderkopjes en heel kleurrijk. Het weer is hier intussen meer dan zomers , daar gaan we dus nog een paar dagen van genieten met een fris pintje in de hand. Que les vaya bien.